Geloof en wetenschap

Geloven in Christus en de natuurwetenschappen serieus nemen

Wereldbeeld

De resultaten van het onderzoek van de bijbel en van de natuur komen, naar wij hopen steeds meer, ter beschikking van ieder mens. Ieder mens kan en mag daarop een eigen wereldbeeld bouwen. Van een christen mag worden verwacht dat dit wereldbeeld strookt met hetgeen hij openbaar heeft beleden en nog belijdt. Zie ook schema denkkaders.

Het is zeer opmerkelijk dat geen enkel resultaat van het moderne natuurwetenschappelijk onderzoek indruist tegen de drie formulieren van eenheid die in de calvinistische kerken worden beleden. De enige uitzondering is wellicht wanneer aan het woord "dag" een beperkte, aan het draaien van onze planeet gebonden, inhoud wordt toegekend.

Saddlebilledstork
Saddlebilled Stork

De ruimte die de christelijke rentmeester ontvangt binnen zijn belijden is het resultaat van de zorgvuldigheid van de opstellers van de belijdenis geschriften. Zij hebben alleen het Woord laten spreken en vermeden daar hun eigen wereldbeeld bij in te bouwen. Het is wel aardig om te overwegen dat de leer van de generatio spontanea, het voortdurend spontaan onstaan van leven uit stof, vanaf Aristoteles via Augustinus heeft kunnen blijven bestaan tot in 1867. Pasteur toonde toen aan dat zelfs bacteriën niet spontaan ontstonden. Deze leer was in flagrante strijd met de Schrift maar bleef eeuwenlang gehandhaafd door het voortduren van een nog goeddeels magisch wereldbeeld en omdat de positie van de mens niet in het geding was.

Het wereldbeeld van de individuele christen wordt sterk bepaald door de tijd waarin hij of zij leeft:

  1. Lange tijd dacht men over de werkelijkheid als iets dat door magie ontstond. Rentmeesterschap is daarbij vrijwel onmogelijk en de Schepper wordt gedegradeerd tot tovenaar. Veel creationistisch denken is hier aan verbonden.
  2. De opkomst van de natuurwetenschappen maakte daar een eind aan. Er werd nu veeleer een opvatting gehuldigd waarbij alles volkomen op mechanische wijze tot stand kwam. Alles was ook vastgelegd, gedetermineerd en geheel voorspelbaar. Deze opvatting leverde hoogtijdagen voor het atheisme. Creationisten hadden met deze opvatting geen moeite mits maar aan een aantal vooroordelen werd voldaan. God werd gezien als degeen die éénmalig een statische natuur in het leven had geroepen. Ook veel calvinisten zijn hier nog niet los van gekomen. Rentmeesterschap werd evenwel mogelijk.
  3. Sinds Einstein en Heisenberg is de visie geheel veranderd. Alles is afhankelijk van al het andere; het gaat niet om de voorwerpen (deeltjes) maar om de samenhang. Alles is in voortdurende dynamiek. Gemakshalve noemen wij dat even een relationeel wereldbeeld. Atheisten maken nu moeilijke tijden mee, voor calvinisten bloeit echter het hele universum open. De schepping is niet beeindigd, maar duurt voort. Ook is er nu veel meer begrip mogelijk aangaande het in stand houden van de schepping door God. Creationisten blijven - als altijd - bezig met achterhoedegevechten.
  4. In de toekomst zal ons een geintegreerd beeld van de hele kosmos gegeven worden. Het is een hachelijke zaak daar al iets over te zeggen. Dat heeft immers nog geen gewoon mensenoog gezien en het is nog in niemands hart opgeklommen. De Bijbel leert ons dat God dan alles zal zijn in allen en dat de kennis van de Heer de aarde zal vervullen zoals het water de bodem van de zee bedekt. Niemand heeft daar enig idee van. Volstrekt duidelijk is evenwel dat het danmalige wereldbeeld volledig zal zijn geintegreerd rond Christus, de volkomen eenheid van Geest en stof. In hem zal alles gekend worden dat ook in hem geschapen is en door hem zal zijn vernieuwd. God heeft zichzelf voorzien van medearbeiders. Openbaring in kenbronnen is dan niet langer nodig, want allen zullen de Heer kennen. Het is verstandig ons huidige wereldbeeld reeds zoveel mogelijk langs die lijnen te ontwikkelen en af te zien van een anthropomorf, kleinschalig, knus leefomgevinkje voor de stofgebonden mens. Onze God is oneindig, eeuwig en alomtegenwoordig!

Zoals reeds gesteld is ieder mens gerechtigd binnen het kader van zijn belijden een visie op de totale werkelijkheid te hebben, een eigen wereldbeeld. Er zal, en dat mag ook, verschil zijn in wereldbeeld tussen kruidenier en atoomfysicus. Het is echter wel goed wanneer ieder zich realiseert dat zijn denken wordt beinvloed door het totale wereldbeeld van alle mensen samen. Vanuit christelijke gezichtshoek is er een verheugende ontwikkeling te zien in de gang van magie via mechanisme naar relationisme. Het voortdurend bijstellen van het wereldbeeld op grond van openbaring uit beide kenbronnen is een taak van iedere christen.

Wij mogen ook overwegen dat de verdergaande openbaring van God in de natuurwetenschappen geen toeval is, maar door hem wordt geleid. Het wereldbeeld mag best voor ieder verschillend zijn, wanneer ieder maar blijft binnen het belijden van de geloofsleer die de Schrift ons aanreikt. Creationisten zijn altijd geneigd tot het zelf aandragen van geloofstoetsstenen die uitgaan boven de drie formulieren van eenheid

.

De fundamentele relaties tussen de Schepper en al het geschapene, tussen Geest en materie, tussen Jezus Christus en het openbaar worden van de zonen van God, tussen rentmeester en rentambt krijgen meer inhoud door deze verandering in wereldbeeld. Een scheppende God is geen magiër en geen deterministisch despoot. Er is sprake van een liefdevol Vader die in Christus alles geschapen heeft, die alles in stand houdt en door Christus ook alles herschept.

Daar zit enorm veel dynamiek in naast betrouwbare wetmatigheid. Het geeft kinderen van God een geweldig perspectief. Het is goed wanneer christenen dit overwegen alvorens elkaar in de haren te vliegen over de ouderdom van de aarde of de betrouwbaarheid van de halfwaardetijd van isotopen. Dat alles kan rustig aan de vakwetenschap worden overgelaten. Laten wij liever samen de grootheid van onze God uitzingen, hij die toekomst geven wil aan ieder die bij hem wil horen, die verder schept tot in eeuwigheid. Ieder die tot hem gaat in Christus zal daarin een plaats worden gegeven.

Ieders wereldbeeld is tijdgebonden. Exegese van de bijbel en de analyse van de natuur zijn nooit afgesloten. De creationist gaat uit van een aantal vooroordelen welke berusten op een afgesloten, vastliggende exegese. De atheist heeft vooraf zijn wereldbeeld beperkt tot de stof. Wanneer wij echter zowel bijbel als natuur accepteren als bronnen voor het kennen van de enige autonome werkelijkheid, n.l God zelf, komt er een wereldbeeld dat van persoon tot persoon kan wisselen en ook veranderbaar is in de tijd. Dit wereldbeeld is en blijft evenwel christocentrisch, het vormt zich rond de persoon van Jezus Christus de volkomen Verlosser, in wie alles geschapen is. Het wereldbeeld dient dus dynamisch te zijn in relatie tot toenemende kenbaarheid van de stoffelijke werkelijkheid, maar is tevens absoluut stabiel aangaande oorsprong, doel en toekomst van al wat is. Geen enkele wijziging in de interpretatie van de bronnen kan deze stabiliteit verstoren. De doelgerichte dynamiek van al het handelen van God zal ons echter altijd tot verbazing en aanbidding brengen en uiteindelijk nog veel grootser blijken te zijn dan wie dan ook ooit had kunnen beseffen.

Wanneer verdere waarnemingen bijvoorbeeld zouden aantonen dat de lichtsnelheid niet constant is zou er veel kunnen veranderen in het beeld dat wij hebben van het heelal. Dat is interessant, maar niet wezenlijk belangrijk. Het raakt niet aan het wezen van de geloofsleer! Wij stellen dan eenvoudig ons wereldbeeld bij. Wanneer creationisten nu denken opgelucht adem te kunnen halen, hebben ze de kern van dit betoog gemist. Onze toekomende zaligheid hangt niet af van de diameter van het heelal of van de ouderdom van de aarde. Overigens leert de geschiedenis dat ons wereldbeeld in afmetingen explodeert recht evenredig met de door God gegeven evolutie in kennis en begrip en dat de perceptie van de grootheid van onze God is toegenomen recht evenredig met toenemend natuurwetenschappelijk inzicht. God blijkt altijd nog weer veel groter te zijn dan wij mensjes kunnen bevatten. Vechten tegen die grootheid is echt zinloos; openbaring kan niet worden geblokkeerd door het gevoel van de mens.