Geloof en wetenschap
Geloven in Christus en de natuurwetenschappen serieus nemen
Eenheid van kenbronnen
Wij willen vasthouden aan de beide kenbronnen van artikel 2 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis, namelijk schepping en Woord. Beide samen geven ons kennis over God. Het zal dus duidelijk zijn dat we beide ook zo goed mogelijk moeten gebruiken. Voor een zo kompleet mogelijke kennis zullen we die twee dus moeten trachten op te tellen. we kunnen natuurlijk nooit de ene bron benutten om de andere van kracht te beroven. Binnen de exegese van de Bijbel is het een uitgangspunt dat Schrift met Schrift moet worden vergeleken. Het ene schriftdeel kan het andere aanvullen, maar niet vervangen. Tussen bijbeluitleg en natuurwetenschap geldt dezelfde regel.
De openbaring van God komt naar ons toe uit beide bronnen. Wat de eene bron ons zegt is zonder meer in overeenstemming met de andere. Het enige zwakke punt is de menselijke interpretatie van wat er te lezen valt in de bijbel en in de natuur. Zo goed als christenen geroepen zijn zich zeer in te spannen voor een eerbiedige en diepgaande exegese zijn zij ook als eersten geroepen tot natuurstudie. Een houding die vijandig is tegenover natuurwetenschap is in bepaalde opzichten vrijwel net zo afkeurenswaardig als een houding waarbij men de bijbel links laat liggen. Calvijn had geen moeite met natuurwetenschappen. Lees hier meer over: Institutie.

Op een aantal punten is er geen enkel probleem. Als het over de almacht, heerlijkheid, majesteit van onze God gaat dan is de zang van Schrift en natuur helder en duidelijk. Aangaande b.v. zijn liefde, genade, mededogen, oproep tot bekering, vergeving van zonden is de Schrift heel duidelijk. Informatie over zijn schepping vinden wij in beide bronnen voor wat betreft de zekerheid over de oorsprong en het doel. Willen wij echter ons rentmeesterschap inhoudelijk gaan invullen, de aarde en haar volheid gaan beheren tot eer van onze God, dan is daarvoor de natuur de beste bron.
In het onderdeel "begrippen" werd al iets gezegd over de noodzaak een duidelijk onderscheid te maken tussen de bron zelf en het operationeel maken daarvan door de mens. Exegese en natuurwetenschap kampen beide met de moeite dat zij moeten worden bedreven door mensen vol tekortkomingen en gebreken. Ieder hebben zij ook een eigen problematiek.
Exegese van de Schrift
Wij hopen dat zich spoedig een gereformeerd theoloog meldt om op dit punt deze site te helpen verdiepen. Inmiddels een paar opmerkingen. De bijbel heeft een duidelijk doel: verkondiging van de volkomen leer tot zaligheid. Het is onjuist om de schrift te gebruiken als handboek voor alle vakwetenschappen.
De bijbel is geschreven door mensen onder inspiratie van de Geest in een concrete context. De tekst kan niet zonder nauwkeurig onderzoek naar de betekenis gebruikt worden op alle plaatsen en in alle tijden.
Interpretatie van een bepaalde tekst zal altijd moeten plaats vinden binnen het totaalbeeld wat de bijbel ons aanreikt.
Gods Woord gaat uit naar alle mensen. De mens is op vele punten in kennis toegenomen. Er is evenwel ook een zeer sterke specialisatie ontstaan. In de tijd van Calvijn beschikten theologen ook over een goed overzicht van de openbaring die aan de natuur viel te ontlenen. Dat is niet langer zo. Broederlijke samenwerking is daarom nodig.
Onderzoek van de natuur
Natuurwetenschappen worden bedreven met uitdrukkelijke uitsluiting van alle argumenten die niet op de stof betrekking hebben. Enerzijds is dat een sterk pluspunt: het levert feiten en wetten die niet afhankelijk zijn van het gevoel van de mens. Het grote nadeel is dat natuurwetenschappers een tunnelvisie kunnen ontwikkelen waardoor zij alles tot stof willen reduceren.
Het grote geschenk voor christenen is dat zij weten mogen en belijden moeten dat er buiten de stof ook Geest is. In het onderdeel "juistheid en waarheid" wordt daar nader op ingegaan.
Spanning tussen geloof en wetenschap
Er is een bepaalde basale spanning tussen ieder geloof en natuurwetenschap.
Geloof vraagt om het aanvaarden van onbegrepen en ongeziene dingen op grond van het spreken van God. Ook moeten vanwege God verkondigde waarheden als absoluut zeker worden vastgehouden en mogen die nimmer omver worden geworpen. De schrijvers van deze site zijn het daarmee - zolang ons God's Woord wordt verkondigd na serieuze exegese - van harte eens.
Beoefenaars van natuurwetenschap zijn er juist op uit niets zonder bewijs te aanvaarden. Zij proberen als het goed is ook alles wat vast lijkt te staan omver te werpen. Wanneer dat lukt leidt dat immers tot nieuwe, betere inzichten.
Deze beide benaderingen strijden dus op beide hoofdpunten. Omdat de waarheid van Gods wezen, zijn wet, zijn geopenbaarde wil het leven van de christen mag leiden, levert deze spanning toch geen problemen op. Het is namelijk geen spanning tussen de bronnen zelf, die beide immers tot ons komen door openbaring van de eeuwige God en Vader. De spanning onstaat door de mens die een aantal zaken maar slecht kan begrijpen. Cruciaal is te beseffen dat juist voor de christen de zaak heel eenvoudig ligt. Er is, bij het bouwen van een wereldbeeld, geen noodzaak te splitsen in fysica en metafysica. Er is voor christenen maar één echte autonome werkelijkheid, n.l. God zelf.
Uit hem komt al het andere voort zowel Schrift als natuur. Natuuronderzoek kan dus nooit andere feiten opleveren dan die welke God in zijn schepping heeft gelegd. Er kunnen ook nooit natuurwetten worden gevonden die strijden met het Woord. Worden echter menselijke overwegingen opgelegd als waarheid, dan ontstaat er een onhoudbare situatie, zoals b.v. voor Galilei. Voor wie hierover iets meer wil lezen verwijzen wij naar "Toekomstmuziek" (de inleiding op hoofdstuk 10, apart aanklikbaar in de inhoudsopgave.)
Zowel exegese van de Schrift als resultaten van natuur onderzoek zijn tijdgebonden. De studie van beide dient bij de voortduur met frisse moed en groot vertrouwen door de christen ter hand te worden genomen. Je komt met geen van beide ooit klaar. Je zult ook nooit de werkelijk volle waarheid vinden. Het kennen blijft onvolkomen. Later zal blijken dat het toch in geen enkel mensenhart was opgekomen.
Het onderzoek van de kenbronnen dient op de voor de betreffende bron geeigende wijze te worden uitgevoerd. Vervolgens mag iedere christen zijn persoonlijk wereldbeeld vormen op grond van beide kenbronnen.
Feiten en wetten die ons worden aangereikt vanuit de natuurwetenschap kunnen alleen worden bestreden op grond van goed natuurwetenschappelijk onderzoek. Verkeerde exegese kan alleen worden hersteld door hernieuwd onderzoek van de Schrift. Beide blijven tijdgebonden menselijke activiteiten, beide dienen echter wel ter dege serieus te worden genomen en zich ieder afzonderlijk te ontwikkelen.
Christenen doen er goed aan over elkaars schouder te kijken; in broederlijke samenwerking elkaar aan frisse benaderingen te helpen en samen te trachten een wereldbeeld te tekenen. Wie het wereldbeeld vastspijkert rond de gevoelens van de mens zal geen goede indruk kunnen krijgen van de ongelooflijke grootheid van God, die in Christus onze Vader wil zijn en ons oproept tot rentmeesterschap.
Afspraken
Er zijn wellicht bepaalde afspraken nodig tussen theologen en christelijke natuurwetenschappers. In 1985 heb ik daarvoor enkele voorstellen gedaan (hoofdstuk "Vastheid in geloof, vrijheid in wetenschap" in het boekje "In het licht van Genesis", redactie A.P. Wisse, Vuurbaak 1986). Wij nodigen theologen van calvinistische overtuiging graag uit daar alsnog op te reageren.
Lees verder over Wereldbeeld.